Het in 1968 ingeplante bos ligt ten noorden van Lelystad “onder de rook van de Flevocentrale” en maakt deel uit van de Stadsbossen Lelystad van Staatsbosbeheer. Het ontleent de naam aan nabij gelegen voormalige viskwekerij. Het 269 ha metende bos is tamelijk vochtig: de bodem is zandig maar met een hoog leemgehalte en daardoor slecht doorlatend. In de winter kan het gebied zeer nat zijn.
Populier en wilg zijn de voornaamste boomsoorten, met naaldbomen op de drogere gronden.
Het bos wordt doorsneden door de A6 en grenst aan uitlopers van de Overijsselse hout. Het bos is goed ontsloten door fiets- en wandelpaden. Aan de noordzijde grenst het aan het Rivierduinengebied.
Dankzij de A6 komen er weinig mensen waardoor schuwe dieren er graag verblijven. Maar niet zonder gevaar getuige het feit dat op de snelweg ter hoogte van het Visvijverbos de eerste das van Flevoland werd dood gereden.