12 november 2019
Bijen in het najaar
Imker Willem Boers over bijen en honing

De bijen hebben het niet makkelijk, dat is inmiddels gelukkig alom bekend. Met name de wilde bij heeft het moeilijk om zijn weg te vinden in een wereld waarin dingen teveel op elkaar lijken en waar er te weinig variatie is aan vegetatie. Een bredere biodiversiteit, met name een grotere variatie aan nestgelegenheid en voedselaanbod, zou de bijen en andere diersoorten goed doen. Gelukkig zien we dan ook dat daarmee geëxperimenteerd wordt, zoals bijvoorbeeld voedselbos Eemvallei Zuid in Almere. Hoe overleeft een bij in Flevoland door de seizoenen heen? Wij spraken daarover met Willem Boers, van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging, afdeling Oostelijk Flevoland.
“Vanaf acht à tien graden beginnen bijen te vliegen, maar dan moet er wel wat te halen zijn”
“De bij is een prachtig beestje,” vertelt Willem meteen gepassioneerd. “Al moet ik toegeven dat andere seizoenen dat meer tonen dan de herfst. Nu is het seizoen over. Er is geen dracht meer, de bomen en planten zijn uitgebloeid: alles verliest zijn blad. De hele natuur gaat in een winterstop en dat doen de bijen ook. Het is ook te koud om nog te vliegen. Vanaf acht à tien graden beginnen bijen te vliegen, maar dan moet er wel wat te halen zijn. Dus nu zijn de bijen aan het overwinteren.”
Wat doen de bijen op dit moment, dan? “Zo min mogelijk,” lacht Willem. “Als bijen overwinteren, dan verblijven ze in een bijenkast en gaan in een tros. Door heel compact op elkaar te zitten, houden ze elkaar warm. In de bijenkast zit honing, de voedselvoorraad waarop ze teren. Als imker laat je de bijen ’s winters in de kast zitten en die maak je niet meer open. Ze moeten ongestoord overwinteren. Een wilde bij overwintert trouwens wezenlijk anders. Wilde bijen leven niet in kolonies, maar solitair. Alleen de koningin overwintert, dat is een wezenlijk verschil met de honingbij. Hoe die de winter overleven, verschilt per soort. Neem een metselbijtje: die kruipt in een holletje en bouwt compartimentjes. Daarin komen de eitjes met een klein beetje honing. Daarna wordt dat alles dichtgemetseld met aarde en dan blijft dit de hele winter zo zitten. Door de voorjaarszon wordt het eitje een bijtje en die voedt zich met de achtergelaten honing. Het bijtje vliegt uit als het sterk genoeg is.”
In de herfst gebeurt dus vrij weinig?
“Bij de honingbijen wel, ja. De koningin van een bijenkolonie zet ongeveer tien dagen ná de kortste dag op 21 december alweer broed aan. Dan begint een nieuwe cyclus. Een imker is in deze periode nog aan de gang met schoonmaak en onderhoud. Ook zijn ’s winters de vergaderingen en thema-avonden, om de kennis bij te spijkeren. Daar hebben we in de andere seizoen geen tijd voor, omdat we dan druk zijn met de bijen.”
Hoe zit dat met de imkers in Flevoland? Er is één bijenverenging met drie afdelingen. Willem zit bij de oostelijke afdeling die zo’n vijftig jaar geleden is opgericht. De zustervereniging in NOP is ouder, omdat die polder eerder is droog gevallen. De zustervereniging in Almere is jonger, omdat de zuidelijke polder pas later werd aangelegd.
“In een honingsmaakwiel brengen imkers in kaart hoe de honing smaakt”
Hoe was de oogst van 2019?
“Over het algemeen ben ik erg tevreden,” zegt Willem. “Honingbijen houden van warmte en dat hebben we volop gehad afgelopen zomer. De honing van mijn bijen uit Lelystad heeft een zachte smaak. Dit jaar was er een goede dracht van bloemen, lindebomen en de bramen, daar hebben mijn bijen veel op gevlogen. Dat proef je in de smaak terug. Want wat de bijen eten, proef je terug in de honing. Daardoor gaat de ene honing dan ook beter bij bepaalde gerechten dan andere. In een honingsmaakwiel brengen imkers in kaart hoe de honing smaakt als een bepaalde boom, bloem of plant dominant is als voedselsoort. Maar wat het lekkerst is, ligt aan je smaak, hè?”
Hoe zit het met de andere kasten?
“Nou, dat ben ik nog aan het uitzoeken,” zegt Willem. “Samen met Natuurmonumenten en de boswachter van het Harderbos heb ik een sample genomen van mijn honing. Die kun je onder de microscoop leggen, zodat je de pollen kunt analyseren wat er dominant was, waar de bijen op gevlogen hebben. Idee is dat we daarmee samen uitvinden wat er allemaal bloeit én waar die bijen op vliegen. We willen namelijk graag dat de honingbijen en wilde bijen goed samengaan. Een gebied moet niet overbevolkt zijn door honingbijen. De kolonies worden met beleid uitgezet, zodat beide soorten een kans hebben. Het is heel jammer dat er vaak meteen gezegd wordt dat de wilde bij het slecht heeft door honingbijen. Natuurlijk is overbevolking mogelijk, maar in de polder plaatsen wij kasten in overleg met natuurbeheerders en landschapsbeheer, om dit juist te voorkomen. Op de klei bodem in Flevoland is het aanbod van wilde drachtplanten groot in bepaalde gebieden. Hoe meer dracht in de polder dracht hoe beter!”
“Daarmee ontken ik dus niet dat de wilde bij het moeilijk heeft,” nuanceert de imker. “Maar als de honingbij zou verdwijnen, komen er niet ineens heel veel wilde bijen bij. Als vereniging dragen we ertoe bij dat er juist veel meer dracht komt. Het probleem zit hem in het gebrek aan drachtplantdiversiteit. Je kunt, bijvoorbeeld, nadat populieren worden gerooid voor houtopbrengst opnieuw diezelfde populieren terug planten. En begrijp me goed; dat terug planten moet ook, maar dat kan ook veel diverser, bijvoorbeeld door deels met wilgen, lindenbomen en struweel te planten. Dat zijn boomsoorten waar veel stuifmeel en nectar aan zit, waarmee ze een biotoop voor insecten zijn. Dat is dan ook weer goed voor de vogels en andere dieren. Want ja, dat werkt allemaal door, hè?”
Meer weten over de natuur en de seizoenen in Flevoland?
Hou dan ons blog op de portal MooiFlevoland in de gaten. Liever doen dan lezen? Check dan de activiteiten op de agenda. Ook op Facebook en Twitter houden wij de Flevolandse natuurgebieden en -activiteiten bij. Maar wie de seizoenen in de broekzak wil hebben, kan het beste onze Instagram-account volgen. Want daar delen wij in onze stories de mooiste en leukste foto’s die samen ieder seizoen prachtig in beeld brengen.